Rob de Vries schreef maar liefst tweemaal naar de gemeente met de vraag of hij een monumentaal werk voor de stad mocht maken. Zelfs na deze twee keer zonder antwoord te moeten afzien van zijn plannen schrijft hij een derde keer de gemeente aan. In het kader van het Wittevlekkenplan oppert hij de achtermuur van het klooster aan de Magdalenastraat op te fleuren. De gemeente ziet met hem in dat deze muur verbeterd moet worden.
Met het ontwerp wilde De Vries niet de muur restaureren of opknappen, maar proberen de beschadigde muur deel te maken van zijn werk. Het lijnenspel maakt gebruik van de barsten en oneffenheden van het oppervlak en maakt op deze manier één geheel van werk en werkvlak.